Meeluisteren
Psalmbord
Zondag 1 oktober 2023
9.30u ds. G.P. van Nieuw Amerongen
Psalm 132 : 12
Mattheüs 11 : 15 - 30
Psalm 38 : 4, 6 en 21
Psalm 106 : 25
Psalm 36 : 2
18.30u ds. G.P. van Nieuw Amerongen
Psalm 19 : 6
Handelingen 8 : 26 - 40
Psalm 51 : 1 en 4
Psalm 65 : 2
Psalm 45 : 8
HC zondag 26
Het ware geloof
Ten eerste bedenke eenieder bij zichzelf zijn zonden en vervloeking..En Jezus zeide tot hen: Ik ben het Brood des levens; die tot Mij komt, zal geenszins hongeren, en die in Mij gelooft, zal nimmermeer dorsten.(Joh 6:35)Het ware geloof
Het is een zwaar stuk om van harte te geloven dat God zonden vergeeft, het te geloven met toepassing op zichzelf en met een goed geweten het voor God te weten: ook mijn zonden. Het is een zwaar stuk om te geloven dat God alle zonden vergeeft. En het allerzwaarste stuk is dat God zonden vergeeft alleen om het lijden en sterven van Jezus Christus, en dus op die enige grond te blijven rusten, op dat ene punt altijd de ogen gericht te houden.
Het hart gaat steeds weer langs deze kern heen. Op de vraag: 'Hoe komt u in de hemel?' zullen kinderen en volwassenen van nature telkens opnieuw antwoorden: 'Als ik vroom en braaf ben, als ik mij bekeer, als ik gehoorzaam ben, als ik waar berouw heb over mijn zonden.' Soms hebben zij kort tevoren gehoord wat de grond is, namelijk het Lam Gods, als men daar op zijn zonden legt en in het geloof zich wast in Zijn bloed en in dat reine water, waarvan God spreekt. Toch komen weldra de bijkomstige gronden weer boven en is de enige grond weer uit het geheugen.
Het zaligmakende geloof bevat in zich boete en bekering, een waar berouw, een ongekunsteld bedenken van zijn zonden, van zijn vloek- en doemwaardigheid. Zeker, men gevoelt daar zijn dood, en er ligt diep in het hart een sidderen en beven voor de hoge Majesteit Gods. Uit het diepst van een verslagen hart en van een verbrijzeld gemoed komt daar de bede op: 'O Heere, straf mij niet in Uw toorn en kastijd mij niet in Uw grimmigheid!' Dan voelt de gelovige de pijlen van Gods gericht in zijn binnenste en het wordt ook een behoefte van de ziel dat God genoegdoening krijgt vanwege de misdaad en overtreding, en dat aan de wet voldaan wordt. Maar zie, het ware geloof weet God niets tot genoegdoening te brengen; immers, wat gebracht wordt, moet een eeuwig geldende waarde hebben.In die nood wordt voor het zielsoog van het ware geloof de genoegdoening onthuld, die aan God door Christus is gebracht, de gerechtigheid die alleen voor God geldt, door Christus teweeggebracht, de levendmakende en heiligende Geest, door Hem verworven. Zo wordt Christus geopenbaard als Degene Die de straf draagt en de schuld uitdelgt, als Die tot 'zonde' gemaakt is tegen de zonde, en 'vloek' tegen de vloek, als Die de 'dood' tegen de dood is, en de 'verzoening' tegen de eeuwige toorn van God vanwege de zonde.
Het ware geloof is er dadelijk op uit om deze genoegdoening voor zich te vinden, deze gerechtigheid en heiligheid van Christus voor zich te hebben. Het valt voor God in de schuld, belijdt de eeuwige dood verdiend te hebben en vindt en krijgt en neemt met beide handen aan en omarmt met de armen van het hart het eeuwige Leven, de Borg, met alles wat Hij voor een dood- en doemschuldige is en blijft.
(Uit: Het Heilig Nachtmaal, dr H.F. Kohlbrugge - vanaf blz 30 -)