De zondaar die in gezapigheid voortleeft, zal bemerken dat hij nog nooit tot een oprechte belijdenis van zijn zonden is gekomen. De zondaren die met zichzelf geen raad weten en belast zijn met hun schuld, kunnen bemoedigd worden.
Het kan een aansporing voor hen zijn om hun zonden te belijden en als schuldige en doemwaardige zondaren met de strop om de hals tot Christus te komen, Die hen zo liefelijk nodigt.
(ABC van het geloof, blz 108)